Papa, ik zeg je: rabarber
Er is weer rabarber! Oké, oké, ik had al gesmokkeld. Had ik niet moeten doen. De rabarber bij de supermarkt…ik kon het niet laten. Alweer een maand geleden denk ik? Beetje jammer. Was nog niet wat je van rabarber verwacht. De tulband die ik maakte was wel lekker hoor, maar geen uitgesproken rabarbertulband. Het is duidelijk: geduld is een schone zaak.
Vorige week maakte mijn hart een sprongetje toen we in Het Lokaal hoorden dat de eerste rabarber geleverd werd. Tussen de laatste woningstichting-voor-de-vakantie-loodjes verscheen de foto op Facebook. Prachtige felroze, bijna rode stengels. Rabarber, zoals rabarber moet zijn. Hoera!
Draaien maar!
De kunst van bakken met rabarber is wat mij betreft het behouden van die kleur. Dus niet de boel fijnsnijden en onder een laag deeg laten verdwijnen (tenzij het niet zo kleurrijk is, dan bak je die tulband). In de bakboeken en op websites zijn de meest mooie plaatjes te vinden van rabarbertaart waarbij de rabarber ook duidelijk de hoofdrol speelt. Dat wilde ik ook!
En ineens schoot het te binnen. Draaien maar! Een paar jaar geleden maakte ik de ‘draaitaart’, een taart met kleurrijke wortels en courgette. Een groot succes, vooral omdat de taart veelvuldig werd gemaakt en ik werd overspoeld met foto’s van de eigen creaties. Dat was leuk! Doen we nu dus nog een keer, maar dan met rabarber.
Frangipane?
De bodem is voorgebakken. Lekker kruimelig. Maar de vulling. Ik moest een vulling hebben om de rabarber in vast te zetten. De Food We Love Box van afgelopen maand, samengesteld door Rutger (ja, die van Heel Holland Bakt), bood de oplossing: frangipane. In de box zat namelijk een zakje amandelmeel. Frangipane is een mengsel van suiker, boter, amandelmeel, eieren en bloem. Het wordt een soort luchtige amandelspijs, maar dan veel minder zwaar en minder nattig. Je vult hiermee de deegbodem, waarna je er prima fruit in kunt steken. In mijn geval dus rabarber.
Schillen?
Die rabarberstengels zijn goed gewassen, de kontjes en het groen eraf en daarna met de dunschiller in linten gesneden. Nee, ik heb de schillen niet weggegooid, maar gebruikt. Ja, ik schilde de stengels wel altijd…waardoor ik veel kleur weggooide. Gisteren dus even om raad gevraagd bij (de beste) bakker Carel (voorheen chef-kok). Hij maakte in Het Lokaal een rabarbertaart, waarbij de rabarber duidelijk zichtbaar was en nog roze ook. Had hij de stengels geschild? “Nee, waarom zou je dat doen?”, was zijn antwoord. Als de rabarber werkelijk van goede kwaliteit is, is schillen niet nodig. Weer wat geleerd, de schillen gaan gewoon mee de taart in.
Papa, ik zeg je…
Tot nu toe kreeg ik bij het woord rabarber een ‘bleeeehhhh’ terug van de meiden. Te zuur, gekke structuur…je kent het riedeltje vast. Maar, zo’n mooie taart, die moest wel even geproefd worden. Jelka en Mirthe nemen de eerste happen. Rinke schuift ook aan om een hap van zijn stuk te nemen. Voordat hij een hapje afbijt zegt Jelka:
Papa, ik zeg je: dit is lekker!
Mirthe beaamt:
De lekkerste taart ooit!
Dus. Hier kun je mee thuiskomen. Draaien maar!
Rabarber Frangipane
Ingrediënten
Voor het deeg:
– 300 gram bloem
– 225 gram boter (koud in stukjes)
– 50 gram suiker
– Een scheut(je) koud water voor de binding
– Snufje zout (mag, hoeft niet, vind ik)
Voor de frangipane:
– 100 gram amandelmeel
– 100 gram (poeder- of fijne) suiker
– 100 gram (zachte) boter
– 2 eieren
-een scheutje vanille-extract (of een verse boon, maar er zat een flesje ‘in de doos van Rutger’, dus die heb ik nu gebruikt)
– Een beetje kaneel
– Een beetje kardemom
En natuurlijk: rabarber. Ik had nu zo’n vier/vijf stengels nodig. Geschild in linten met de dunschiller (of mandoline als je die hebt), zorg voor mooie dunne linten waar je het rode randje blijft zien!
Bereiding
Zet de oven op 180 graden.
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed er een mooi glad deeg van. Geen zin in vieze handen? Gebruik dan de keukenmachine. Voeg wel als laatste het water toe. Eerst heb je een korrelig deeg, door het water bindt het deeg. Dit deeg mag nog even een half uurtje rusten in de koelkast. Om nou te zorgen dat het straks niet te lang te hard is, maak je er vast een platte plak van. Kan je straks de boel sneller uitrollen! Beetje folie of een boterhamzakje erom en in de koeling leggen.
Vet een bakvorm in. Ik gebruik meestal een vorm waar de bodem los zit, zodat ik de taart dan makkelijker uit de vorm krijg. Voor het formaat die ik nu wilde maken had ik alleen een vaste bodem. Daarom heb ik na het invetten zes stroken bakpapier geknipt en die als ster in de vorm gelegd, waarbij de uiteinden uitsteken. Zo kon ik later, met hulp van Mirthe, met die stoken de taart zo uit de vorm tillen zonder de bodem te breken.
Als je het deeg hebt uitgerold vul je de vorm. Leg een vel bakpapier op het deeg en vul je vorm met bakbonen. Bak de bodem zo’n 15 minuten met bakbonen en dan nog 10 minuten zonder bonen, zodat de bodem lekker droog bakt.
Ondertussen maak je de frangipane. Ik gebruikte hiervoor de handmixer. De suiker en boter tot een romige massa mixen. Dan één-voor-één de eieren toevoegen. Alles gemengd? Dan eerst de vanille en schep voor schep het amandelmeel. Als laatste de kruiden. Je hebt nu als het goed is een mooi romig (maar korrelig, door de amandelen) deeg.
Laat de bodem wat afkoelen, anders wordt de frangipane waterig als je het toevoegt. Schep de frangipane in de bodem en verdeel het gelijkmatig in de vorm. Nu begint het draaien: snij de rabarberlinten nog even in de lengte door, zodat je ‘lage linten’ hebt. Steek deze vanaf de buitenrand rond in het deeg. Werk naar binnen toe. In het midden kun je eerst een lint oprollen en dan pas in het deeg steken, zodat je alles helemaal vult.
Bak de taart nog 25-30 minuten. Even laten afkoelen voor je het uit de bodem tilt, het kan zacht zijn!
Eet smakelijk!

