Rust met een rouwrandje
Tijdens ons weekend in Berlijn bezocht ik het Jüdische Friedhof aan de Schönhauser Allee.
Mijn interesse naar deze Joodse begraafplaats is te danken aan het werk van mijn moeder (en oma…en een paar tantes…) bij het Sinaï Centrum. Een Joods psychiatrische instelling, waar tijdens mijn jeugd veel oorlogsoverlevenden woonden. Ik ging vaak met mijn moeder mee naar haar werk. Regelmatig sprak ik patiënten over de oorlogstijd. Onze familie raakte bevriend met een man, wiens vrouw in de kliniek woonde. Een Joods echtpaar, die tijdens de oorlog een onderduikadres vond voor hun kinderen. Het echtpaar zelf bleef ‘bovengronds’. De kinderen werden gevonden en gedeporteerd. De ouders overleefden de oorlog. Logisch dat je als moeder in de war raakt.
Door deze persoonlijke verhalen is mijn interesse voor de oorlog – met name de Jodenvervolging – altijd groot geweest. Na het lezen van diverse blogs over deze bijzondere plek, zette ik het bovenaan mijn lijstje ‘must sees’. Met enige aarzeling opende ik de toegangspoort. Is het open? Mag ik zomaar doorlopen? Een ‘Morgen’ van één van de tuinmannen gaf het antwoord. Ik kon de begraafplaats gewoon bezoeken. Langs een drukke weg, achter een prachtige muur gaat een oase aan rust schuil. Alsof ik een geluiddichte zone betrad.
Opbouw en verwoesting
Rond 1825 kocht de Joodse gemeenschap deze grond, omdat er niet langer binnen de stadsmuren begraven mocht worden. Na de eerste begrafenis op 29 juni 1827 volgden er ruim 22.000 individuele graven en meer dan 700 familiegraven. Het laatste nieuwe graf werd gegraven in 1880. Een nieuwe, grotere begraafplaats in Weissensee werd geopend. Tot 1970 waren er alleen nog bijleggingen in familiegraven.
In de Tweede Wereldoorlog is de begraafplaats totaal verwoest. Niet alleen door bombardementen. Grafstenen werden gebruikt als bouwmaterialen, versiersels en hekwerk voor de wapenindustrie. Pas sinds 1990 vinden er restauraties plaats. Maar de verwoesting is nog overduidelijk. Stenen liggen dwars door elkaar heen. Klimop groeit weelderig. Bomen torenen hoog boven de graven uit, groeien zelfs om stenen heen. Dat veel van de doden hier niet zijn vergeten zie je aan de steentjes op de graven. Het teken van dierbaren dat ze zijn geweest en aan de overledene denken.
Rillingen over mijn rug
Tussen alle graven stuitte ik op een gat in de grond. Afgezet door een hek, met een metalen gedenkplaat. Oorlogstegenstanders hadden zich tevergeefs op de begraafplaats verstopt voor de Nazi’s. Ze zijn ontdekt, aan de bomen opgehangen en begraven. Daar stond ik. Rillingen liepen over mijn rug. Op deze mooie plek, waar de zon door de bomen scheen. Een plek die rust ademde, haast sereen. Op deze plek had zich dit vreselijke drama afgespeeld. Ondanks deze heftige ontdekking, toch blij dat ik de begraafplaats bezocht heb. Een prachtige plek om even tot jezelf te komen.
bron: Wikipedia en Berlijn-Blog

