Toverstokjes en prima pasta

Wat een heerlijke kookweek! Eindelijk was er weer eens tijd (en zin) om de keuken in te duiken voor mooie maaltijden. Het feit dat ik Rinke vroeg wat bloem uit Het Lokaal mee te nemen en hij thuiskwam met een zak geweldige bloem van Carel, zorgde voor nog meer inspiratie. De week daarvoor had Carel ons al een prachtig pastagerecht voorgeschoteld met smaakmakers waar je u tegen zegt, dat wilde ik ook proberen. Maar dan net even anders, natuurlijk. Met toverstokjes.

Paars = groen

In Het Lokaal kwamen de paarse spekbonen binnen. Beter paars-voor-spek-en-bonen te noemen, want het zijn echte toverstokjes. Zo prachtig paars als ze in de winkel liggen te shinen, zo groen worden ze als je ze stooft, kookt, blancheert… Daarom heb ik ook maar even een foto gemaakt voordat ik ze in de pan gooide. Overigens, mocht je ook eens denken iets leuks te doen met paarse spruiten? Idem dito. Ga uit van groen. De smaak wordt er niet minder om, maar het heeft wel effect voor het eindplaatje dat in je hoofd zit.

Ik wist al dat paarse spekbonen die kleur niet houden, dus geen teleurstelling van mijn kant. De rest van het gezin vroeg zich wel af waar die paarse bonen gebleven waren. Nou, gewoon, op de pasta. Prima pasta. Extra lekker nadat ik in de krant las dat pasta helemaal niet zo ongezond is als men dacht. Nu weerhield me dat al niet van het eten van pasta, maar die overdreven hype om gezond te eten komt me wel een beetje de neus uit.

Kant-en-klaar

Waar iedereen ooit riep dat Instagram het paradijs voor foodies was, lijkt #pbp nu de boventoon te voeren. Niet dat ik ze volg, maar ik doe nog wel eens een rondje ‘ontdekken’. Ik word dan overspoeld met foto’s van slanke en gespierde meiden die nóg slanker en nóg gespierder willen worden. Berichten over thigh gaps, sixpacks en spierballen doen me duizelen. Ook de eetpatronen die daarbij horen. Alles wordt vervangen. Geen pasta, maar courgetti. Geen couscous, maar bloemkoolcouscous. Geen brood, tenzij glutenvrij, terwijl er helemaal geen sprake is van gluten-intolerantie.

Ik maar denken: “Waar halen al die meiden de tijd vandaan halve dagen in de sportschool door te brengen?” Het antwoord werd me duidelijk in de Appie. In het koelvak liggen gewoon pakken kant-en-klare bloemkoolcouscous en courgetti. Werkelijk? Is het nu al teveel moeite zelf die bloemkool in de mixer te stoppen? Ik barste helemaal in lachen uit toen mijn oog viel op de slaverrijkers. Jawel, onderdelen, voorverpakt, waarmee je de sla (gezond) pimpt. In een plastic bakje, op ooghoogte in de koeling lagen twee prachtig glimmende gekookte eieren. Gepeld. Gepelde, gekookte eieren! Ja, dames, de nodige proteïnen liggen kant-en-klaar op je te wachten in de supermarkt. Pffff…

Pasta mag weer

Gelukkig kunnen ze over pasta niets meer zeggen. Uit onderzoek onder 20.000 Italianen bleek dat de mensen die gewoon (lees: met mate, natuurlijk niet elke dag een kilo…duh) pasta aten zelfs slanker waren dan de mensen die geen pasta aten. Logische denkers begrijpen dat het vaak de saus is die dik maakt. En de hoeveelheid ook. Geniet met mate geldt niet alleen voor drank, maar ook voor voeding.

Dat prachtige bordje pasta ‘met toverstokjes’ smaakt gelijk nóg lekkerder 😉 En vooruit, als je het niet ziet zitten om zelf pasta te maken, dan mag je die best kant-en-klaar bij de supermarkt halen hoor. Maar laat die eieren staan, alsjeblieft!? Wat een onzin…

Open lasagne met toverstokjes

Ingrediënten

• Pasta (zelfgemaakt of uit de winkel)
• Een handje paarse spekbonen
• Een handje kastanjechampignons
• Pancetta
• Ricotta
• Salie (vers)
• Kappertjes

Over die kappertjes…Carel – ja het is een extra inspiratiebron – had in zijn gerecht de kappers en salie gefrituurd. Wat een smaakexplosie! Dus dat doe ik in dit gerecht ook. Dat doe ik met kappertjes die niet langdurig lagen te weken in zo’n potje azijn, maar met kappertjes die zijn ingelegd met zout. Het verschil? Zoute kappertjes en zure kappertjes 😉 

Bereiding

Maak je zelf pasta? Neem 100 gram bloem en 1 ei per persoon. Klein scheutje olijfolie. Een bergje maken van het bloem, kuil in het midden maken, eieren erin en dan (eventueel met een vork in het begin) steeds een beetje bloem aan de randen toevoegen. Als het bloem en de eieren gemengd zijn ga je kneden, kneden, kneden en kneden. Tot het elastisch en zacht is. In plastic rollen en in de koelkast leggen. Klaar. Maak het de avond ervoor of ’s ochtends, zodat het deeg even kan rusten in de koelkast.

Rol het deeg uit in lappen en snij die lappen in gelijke stukken. Of: leg de lasagnebladen klaar om te koken (je gerecht gaat niet in de oven).

Snij de kontjes van de spekbonen en stoom ze in een klein kwartiertje (beet)gaar. Snij de pancetta en champignons fijn. Bak de pancetta, voeg de champignons erbij en de ricotta. Laat dit warm worden. Ondertussen zet je een pannetje olie op, waarin je zo’n vijf/zes minuten de kappertjes (wel even afspoelen, anders wordt het heul zout) en blaadjes salie frituurt. Ook de lasagne mag in het water tot de bladen gaar zijn.

Bouw je bordje op: lasagne, ricottasaus, lasagne, ricottasaus en nog een blaadje lasagne. Daarop de spekbonen en dan een paar kappertjes en salie. Done! Eet smakelijk!